Bij de restauratie van zeer oude orgels is goed te zien welke
materialen de tand destijds hebben kunnen doorstaan.
Bij restauratie wordt de materiaalkeuze aan het bestaande materiaal
aangepast.
Bij nieuwbouw maken we onze eigen keuzes, echter op grond van dezelfde
principes van duurzaamheid.
In onze tijd heeft duurzaamheid een extra lading gekregen.
Olifantenivoor wordt voor nieuw klavierbeleg niet meer gebruikt.
Gelukkig vormt been een goed alternatief.
Voor restauratieve doeleinden wordt incidenteel (legaal verkrijgbaar)
mammoetivoor gebruikt.
Verreweg met meeste hout dat wij toepassen is van Europese herkomst en
voldoet aan het FSC-keurmerk.
Eiken worden ter plaatse uitgekozen voor de kap en in planken gezaagd
voor ons opgeslagen.
Een lange periode van natuurlijke droging volgt dan. Voor het hout
wordt verwerkt, worden schors en spinthout
weggezaagd, omdat dit op de lange termijn gevoelig kan zijn voor
houtworm.
Het resthout wordt overigens in ons bedrijf gebruikt voor het stoken
van de gietpot voor het orgelmetaal.
De voor orgelpijpen gebruikte metalen, lood en tin, zijn tegenwoordig
niet meer in ruwe, onzuivere vorm verkrijgbaar.
Om het effect van de natuurlijke verontreinigingen weer te verkrijgen,
worden sporen van verschillende metalen,
zoals tin, antimoon, bismut, koper en zilver tijdens het smelten weer
toegevoegd, zodat het gietsel
weer de duurzaamheid krijgt van vroeger.
Tot 2008 werd orgelmetaal door ons op doek gegoten.
Voor het project in Hamburg werd voor het eerst op zand gegoten.
Tijdens de intonatie bleek de grote meerwaarde hiervan. Daarnaast is
het hameren van de metaalplaten belangrijk voor de structuur van het
orgelmetaal.
Voor de laatste stappen naar topkwaliteit speelt nog een mechanisme een
rol.
Wanneer de intonateur ziet dat pijpmakers en orgelmakers aan alle
details aandacht hebben besteed, het
beste materiaal hebben gebruikt en hun werk met passie hebben verricht,
krijgt hij/zij vleugels,
waardoor hij/zij nog net een stapje verder kan komen.
Ons streven is dat de liefde waarmee wij ons vak hebben uitgevoerd de
organist, die het instrument tenslotte
tot klinken moet brengen, inspireert.