Alle aspecten van orgelbouw brengen we samen
Bij Flentrop bekijken we ieder orgel als geheel; vanuit de klank, het ambacht, de historie en de orgelbouwtechnische kant. Omdat een orgel niet alleen een instrument en een meubel is, maar ook een samensmelting van muziek, kunst, ambacht en geschiedenis ineen. Daarvoor hebben we diepgaande orgelkennis, ook van de orgelcultuur, het orgel spelen en alle facetten eromheen.
"In ons vak komt alles samen; we doen het leukste wat er is. We zijn allemaal orgelgek (geworden), houden van mooie dingen maken en werken vanuit onze passie."
Integrale kijk met focus op kwaliteit
Bij elk restauratieproject kijken we hoe het orgel in elkaar zit, wat de technische mogelijkheden zijn en uit welke historische materialen het bestaat. Bij nieuwbouw onderzoeken we hoe het instrument gebruikt wordt en op welke manier het in de orgel- en speelcultuur past. Door onze brede kennis en ervaring kunnen we al die aspecten meewegen. En dat maakt ook ons plezier in het vak: doordat we het orgel integraal bekijken mét de focus op kwaliteit, kunnen we samen echt iets moois maken.
Denken we dat de randvoorwaarden om tot een goed resultaat te komen ontbreken? Dan nemen we een project niet aan. We willen echt iets toevoegen aan een orgel, óók in het belang van de klant.
"In de lange geschiedenis van Flentrop hebben we brede kennis opgedaan van de meest uiteenlopende historische orgeltypen, met ieder zijn eigen, specifieke klankidioom. Soms bevonden zich instrumenten uit wel 5 verschillende eeuwen in onze werkplaatsen."
Alle kennis en expertise onder één dak
Alle benodigde kennis en expertise voor de orgelbouw hebben we zelf in huis. We hoeven hiervoor geen mensen in te huren. Naast de houtwerkplaats hebben we een eigen pijpenmakerij, waar we zelf ons pijpwerk maken. Gieten op zand of linnen en het zelf hameren van de metaalplaten doen we in onze eigen gieterij. Al het tekenen en ontwerpen doen we in de tekenkamer van ons bedrijf. We hebben eigen intonateurs in dienst, die bovendien allemaal professioneel organist zijn.
Houtwerkplaats
Pijpenmakerij
Gieterij
Tekenkamer
Eigen intonateurs
"Zoals geschreven muziek pas tot klinken komt wanneer zij wordt uitgevoerd, zo is het ook in de orgelbouw. Theorieën, opmetingen, mensuren en gedetailleerde tekeningen zijn van groot belang, maar wérkelijk inzicht in het instrument ontstaat in de werkplaats."
Hoge kwaliteit materialen
Alle materialen die we gebruiken selecteren we zorgvuldig en verwerken we helemaal zelf. Zo komt messing bijvoorbeeld als grote plaat bij ons binnen, snijden we hier zelf een stuk uit en maken daar kelen voor tongwerken van. In de houtwerkplaats werken we met massief hout en kiezen daarvoor het mooiste en beste wat er te krijgen is. Dit komt binnen als in planken gezaagde boom, die we zelf op maat maken voor onze projecten. Het resthout gebruiken we voor het stoken van de gietpot voor het orgelmetaal.
We gebruiken vele soorten leer die we zo duurzaam mogelijk inzetten, zodat het tientallen jaren meegaat. Dat doen we door optimaal gebruik te maken van de verschillende eigenschappen van iedere soort. Grote vellen rundleer voor de balgen, ventielleer van kleine schapen, hertenleer voor membranen, juchtleer voor leren moertjes. Dat is niet alleen duurzamer, maar geeft ook het mooiste resultaat.
"Als de pijpmakers en orgelmakers aan alle details aandacht besteed hebben, het beste materiaal hebben gebruikt en hun werk met passie hebben gedaan, krijgt de intonateur vleugels bij het afwerken van de klank."
Duurzaamheid en historische context voorop
Bij restauratie passen we de materiaalkeuze aan op het bestaande materiaal en de historische uitgangspunten. Bij nieuwbouw maken we onze eigen keuzes, maar wel op grond van dezelfde principes van duurzaamheid. Zo gebruiken we bijvoorbeeld fair verhandeld tin en al decennia geen olifantenivoor voor nieuw klavierbeleg. Gelukkig is been een goed alternatief. Voor restauratie gebruiken we incidenteel (legaal verkrijgbaar) mammoetivoor. Verreweg het meeste hout is van Europese herkomst en voldoet aan het FSC-keurmerk.
De metalen voor orgelpijpen, zoals lood en tin, zijn tegenwoordig niet meer in ruwe, onzuivere vorm te krijgen. Voor het effect van de natuurlijke verontreinigingen voegen we verschillende metalen weer toe (tin, antimoon, bismut, koper en zilver). Zo krijgt het gietsel weer de duurzaamheid, klank en constructieve eigenschappen van vroeger.
"Ons streven? Dat de liefde waarmee wij ons vak hebben uitgevoerd de organist inspireert; die het instrument tenslotte tot klinken brengt."